Ga naar pagina inhoud

Minder bewijsstukken bij aanvraag financiële regelingen

Wie een bijstandsuitkering aanvraagt, moet daar heel wat bewijsstukken bij aanleveren. We hebben immers veel informatie nodig om het recht en de hoogte van een uitkering te beoordelen. Maar het verzamelen en opsturen van alle documenten kost tijd en stress. Dat willen we graag voorkomen. Daarom hebben we ons verificatiebeleid tegen het licht gehouden: kunnen we niet toe met minder bewijsstukken?

Omgekeerde aanpak

Wat blijkt: dat kan. Voortaan vragen we bij aanvragen voor een bijstandsuitkering geen documenten meer op als we dezelfde informatie ook via andere bronnen kunnen ontvangen.

  • Voorheen vroegen wij vaak om een bevestiging van beëindiging van een WW-uitkering of bijstand bij een andere gemeente. Nu nemen wij zelf contact op met UWV of de betreffende gemeente. 
  • We halen zo veel mogelijk informatie over inkomensgegevens uit digitale bronnen.  
  • De termijn waarover inwoners bankafschriften moeten tonen hebben we verkort van drie maanden naar zes weken. Hoewel drie maanden een beter beeld geven van patronen zoals kwartaalbetalingen en betaalgedrag, denken wij dat zes weken voldoende informatie bieden. Bij twijfel kunnen wij altijd extra informatie opvragen. 
  • Ook vragen we geen huurovereenkomsten en zorgpolissen meer op: aan de hand van bankafschriften kunnen zien hoeveel woon- en zorgkosten iemand heeft. Daarmee hebben we genoeg informatie om met inwoners te bespreken of ze mogelijk recht op zorg- en huurtoeslag hebben. 
  • Bij schoolverlaters vragen wij bewijsstukken van beëindiging van school of opleiding nu zelf via DUO op.  
  • Informatie over hypotheekrenteaftrek of de inkomensafhankelijke combinatiekorting halen we voortaan uit bankafschriften, daar hebben we geen beschikkingen van de Belastingdienst mee voor nodig. We kunnen aan de hand van de bankafschriften beoordelen en uitvragen of iemand een heffingskorting moet aanvragen.
Participatiewet in Balans

Met deze aanpassing van onze interne richtlijnen lopen we vooruit op de Participatiewet in Balans. Met deze aanpassing van onze interne richtlijnen hebben we zoveel mogelijk rekening gehouden met de ontwikkelingen die eraan komen in de Participatiewet in Balans.

Omgekeerde aanpak

In de praktijk vragen we al een tijd het minimale noodzakelijke. Maar nu hebben we deze aanpak verder aangescherpt en vastgelegd in ons verificatiebeleid. Dit maakt de drempel om een uitkering of regeling aan te vragen een stuk lager en voorkomt willekeur. Als er in individuele situaties aanleiding toe kunnen wij aanvullende stukken opvragen bij de inwoner. Als het nodig is kunnen we de inwoner helpen om die informatie te verzamelen.